De gemeente Hoogeveen controleert niet meer vooraf bij elk bouwwerk of het voldoet aan het Bouwbesluit 2012. Dat kan dankzij de Crisis- en herstelwet (Chw). Hoogeveen volgt een experiment uit artikel 6g van het Besluit uitvoering (Bu) van de Chw. Ze laat de kwaliteitscontrole volgens het Bouwbesluit waar mogelijk over aan de initiatiefnemer van de bouw. Dat zorgt voor lichtere lasten en minder regeldruk aan de kant van de gemeente. En voorkomt een overbodige dubbele check.
Situatie
In de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) staat dat de gemeente ook voor bepaalde kleinere vergunningplichtige ‘standaardbouwwerken’ een volledige bouwtoets moet uitvoeren. Bijvoorbeeld bij dakkapellen. Maar veel van dat soort bouwwerken zijn alleen vanwege een ruimtelijk motief of een welstandsmotief vergunningplichtig. Voor de maatvoering bijvoorbeeld niet.
Daardoor is het overbodig dat een gemeente dit soort bouwwerken van tevoren controleert op de bouwtechnische voorschriften. Dat is bij vergunningvrije bouwwerken tenslotte ook niet voorgeschreven. Het experiment in artikel 6g van het Bu Chw zorgt dat een gemeente bij bepaalde bouwwerken niet meer vooraf hoeft te beoordelen of ze voldoen aan het Bouwbesluit 2012. En dat zorgt voor snellere vergunningen en lagere lasten.
Volgende stappen
Het experiment loopt in ieder geval door tot 1 januari 2021.
Waarom de Crisis- en herstelwet?
Dit experiment maakt het mogelijk om af te wijken van de Wabo. Het stelt de verplichte bouwtoets buiten werking. Doel van het experiment is om de regeldruk in de bouw te verminderen. Dat is in lijn met de Omgevingswet.
Ervaringen en resultaten
Het experiment is in volle gang. De samenwerkende gemeenten Hoogeveen en De Wolden hebben het in 2019 toegepast bij ongeveer 150 omgevingsvergunningen, van de in totaal 752 vergunningen die in aanmerking kwamen. Het leidde daadwerkelijk tot snellere vergunningen en lagere werklasten bij de gemeenten. Het experiment loopt daarom in ieder geval nog door tot 1 januari 2021.
